In oktober 1941 werd een prachtig gedenkteken geplaatst ter gelegenheid van het 25 jarig bestaan van de KVL (toen nog KLO geheten). Het KVL monument is een ijle gedenknaald rustend op een enorme wereldbol.
De maker ervan is de Bredase beeldhouwer Toon van de Wiel, die in Oisterwijk al eerder beelden vervaardigde voor het Natuurtheater en De Kunstkring. Toon laat zich inspireren door de koppen en houdingen van KVL-arbeiders. Op basis van de foto’s beeldhouwt Van de Wiel zijn drie stoere kerels van de KVL.
Inmiddels trotseert het monument al 76 jaar regen en vorst. Het verkeert dan ook al tientallen jaren in zeer slechte staat. De tufsteen is inmiddels zwaar geërodeerd. Elke regenbui vult de haarscheurtjes en vorst doet deze scheurtjes groter worden. Dit leid tot een versnelling van de aftakeling.
Juni 2016 spraken wij de provincie hierop aan. Uiteindelijk leidde dat in oktober tot een aantal suggesties van deskundigen om het beeld te conserveren. Op korte termijn zou het beeld worden ingepakt ter bescherming. Zo zou er tijd zijn, om te komen tot een definitieve oplossing om het beeld te behouden.
Eind oktober gaf BOEI, een organisatie ter behoud van erfgoed, aan, het KVL monument te kopen. Eind april 2017 lijkt het zover dat het contract rond is, maar helaas. Nu, oktober 2017 is er nog altijd geen contract tussen BOEi en de huidige eigenaar, de provincie Noord Brabant. Laat staan dat er plannen bekend zijn om het beeld in te pakken voordat de winter begint.
Beschrijving KVL monument:
Op de globe zien we een zeshoekige obelisk met aan drie zijden gebeeldhouwde figuren, staand op drie wapenschilden. De figuren, afgebeeld met schort en op klompen, stellen leerlooiers voor. Zij dragen elk een looiwerktuig. De afbeeldingen op de wapenschilden verwijzen symbolisch naar Brabant, Amsterdam en het leerlooiersvak. Tussen de wapenschilden zijn koeienkoppen afgebeeld. In de wereldbol staat de tekst: ‘Ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan der Koninklijke Lederfabriek Oisterwijk N.V. aangeboden door het personeel 27 october 1941’. Het tufstenen beeldhouwwerk is opgebouwd uit afzonderlijke delen die later aan elkaar zijn gemetseld. Het is in delen met paard en kar in Breda opgehaald door Janus van Doveren. Janus werkt in de buitenploeg en heeft voor die heen- en terugreis twee volle dagen nodig om dit loodzware kunstwerk te vervoeren.
Meer publicaties: