Het is 1938 en in de George Perklaan, op nummer 15, woont vanaf 4 november een jonge koopman van de Oisterwijkse Lederfabriek. Althans, dat staat vermeld op zijn persoonskaart. Het is Franz Ferdinand Oppenheimer, kleinzoon van de medeoprichter van de multinationale onderneming Adler & Oppenheimer, die in Europa diverse toonaangevende lederfabrieken bezitten.
Oorspronkelijk komt Franz Ferdinand uit Straatsburg waar hij op 2 februari 1914 is geboren als zoon van Julius Oppenheimer en Margarete Busch. Met zijn zussen Ellen en Annelies heeft hij een goede band. Zijn vader geeft leiding aan het hoofdkantoor van het familiebedrijf in Berlijn. Het is dus niet zo gek dat ook Franz Ferdinand in de leerbusiness terecht komt nadat hij gestudeerd heeft aan het Grunewald Gymnasium in Berlijn.
Veilig
Franz is een sportieve man. Het familiearchief bevat diverse foto’s van Franz in de sneeuw, op het ijs of in het water. Je zou zeggen, dat alle ingrediënten aanwezig waren voor een mooi en gelukkig leven. Maar niets was minder waar. Steeds vaker worden Joden gediscrimineerd en vernederd. Bovendien wordt het, vanaf 1938, Joden zelfs verboden om in het bedrijfsleven actief te zijn. De situatie wordt steeds dreigender en zijn vader, die in 1935 weduwnaar geworden was, besluit nog datzelfde jaar Berlijn te verlaten. En zo beland Franz Ferdinand op 4 november 1938, met een omweg via Zürich, in villa Brabantia in Oisterwijk. Deze villa werd door de families Adler en Oppenheimer gebruikt voor hun buitenlandse gasten en hier zou hij dus rustig zijn leven verder kunnen oppakken. Maar de geschiedenis toont ons een heel ander verhaal.
Ook hier, in het rustige Oisterwijk, blijkt het voor Joden niet veilig. Verschillende familieleden hadden onder dreiging van het opkomend nazisme al vóór het uitbreken van de oorlog in Engeland, Zuid Amerika en de Verenigde Staten een veilig heenkomen gezocht. Zo was het Erich Adler, de grote man van de Oisterwijkse leerfabriek, gelukt om vanuit het Belgische De Panne per boot naar Amerika te reizen. Intussen was de vader van Franz, Julius, in Brussel terechtgekomen waar hij al in 1939 op 65-jarige leeftijd overleed.
Auf der Flucht erschossen
Na de inval van de Duitsers op 10 mei 1940, wil ook Franz vanuit IJmuiden per schip naar Engeland oversteken. Alles was geregeld en hij begon aan zijn gevaarlijke tocht maar, net als zovele anderen, wordt Franz op zijn vlucht door de Duitsers aangehouden en geïnterneerd. Onwetend van wat komen gaat, wordt hij korte tijd later op transport gesteld naar concentratiekamp Sachsenhausen bij Berlijn. Daar overlijdt hij op 25 februari 1941. Franz Ferdinand zou op die datum ‘auf der Flucht erschossen’ zijn. Deze formulering werd vaak in de kampen gebruikt voor het doodschieten van gevangenen die zich in een verboden zone bevonden. Het gebeurde vaak dat de SS de gevangenen dwong zich in een verboden zone te begeven waarna zij vervolgens werden doodgeschoten.
Clemens Oppenheimer, de oom van Franz, stuurde een paar weken na de dood van Franz een telegram vanuit Zwitserland naar de familie in New York met de volgeden tekst: “Soeben tieftraurige Nachricht erhalten. Franz in Sachsenhausen erstorben. Tieferschüttert. Bitte alle Angehörigen Mitteilen. Annie (Annelies) möglich schonend.”
Franz Oppenheimer was het eerste Joodse oorlogsslachtoffer uit Oisterwijk. Hij werd slechts 27 jaar. Voor hem werd op 12 maart 2019, ter nagedachtenis, door Gunther Demnig een struikelsteen geplaatst voor Huize Brabantia aan de George Perklaan 15 te Oisterwijk.
Meer informatie over het struikelstenenproject.