Harrie Janssen is één van de verzetsstrijders uit Oisterwijk die zich met name bezig hield met onderduikers. Harrie kwam noodlottig aan zijn einde tijdens de bevrijding van Oisterwijk.
Noodlottig einde voor Harrie Janssen
Harrie Janssen is één van de verzetsstrijders die zich met name bezig hield met onderduikers. Harrie kwam noodlottig aan zijn einde.
Harrie Janssen werd geboren in Venlo op 13 november 1895 als zoon van koopman Hendrik Hubert Janssen. Hij kwam al in 1913-1914 van Venlo naar Tilburg waar hij als banketbakker werkte. Ook in 1918-1919 werkte hij een jaartje in Tilburg en zal hij zijn vrouw hebben leren kennen. Hij trouwde op 6 juli 1920 in Tilburg met Anna de Beer, dochter van een bakker, met wie hij een zoon en drie dochters kreeg. Harry Janssen woonde tijdens de Tweede Wereldoorlog aan het Klompven in Oisterwijk. Hij verleende onderduikers onderdak. Zijn dochter weet zich er nog iets van ter herinneren.
Ook joden en verzetsmannen kregen onderdak en hij bracht ze onder in boerenbedrijven. Zelfs een Russische krijgsgevangene zat, vlak voor de bevrijding daar ondergedoken.
Hij stond in contact met het duikhoofd kapelaan Sleegers. Vaak begeleidde hij onderduikers met de fiets naar boerderijen in Schijndel en omgeving en indien mogelijk voorzag hij mensen van bon- en stamkaartenkaarten. Zijn adres aan het Klompven was tevens het verspreidingspunt van het verzetsblad Je Maintiendrai.
Harrie Janssen heeft zelf ook meerdere keren elders onderdak moeten zoeken, om de Duitsers te ontwijken.
Ten tijde van de bevrijding van Oisterwijk op 26 oktober was Harry Jansen nieuwsgierig om te zien hoever het stond met de bevrijding. Sjef Paijmans, wiens familie op het Klompven woonde naast de familie Janssen, heeft Harry Jansen gekend en dit verhaal eerder vastgelegd. De bevrijding van Oisterwijk was in volle gang en veel mensen zaten in de schuilkelder. Harrie Jansen, mijn buurman, zag er geen heil in om in die overvolle kelder te zitten en ging op de fiets het dorp in, om te zien wat er allemaal gebeurd was en nog te gebeuren stond. De ouwe kerk zou beschoten zijn en nog veel andere gebouwen. Hij moest en zou dat met eigen ogen gaan bekijken. Hij had rust noch duur, om hem inpraten had geen zin. Een tijdje kwam iemand bij de ingang van de schuilkelder, en vertelde mij fluisterend dat Harrie Jansen, onze buurman, in het dorp door een granaat was getroffen en op slag dood was. Of ik dat maar eventjes aan Mevrouw Jansen wou vertellen en dat deed ik. Het schieten met het zware geschut was ondertussen opgehouden en de dapperste onder de tijdelijke bewoners van die schuilplaats hadden het wel gezien en keerden. naar hun huis terug. Mevrouw Jansen zat met haar drie dochters bij ons in de voorkamer uit te huilen. Ik dacht aan onze buurman. Dat hij nu dood was, zo plotseling, kon ik nog niet helemaal verwerken
Harrie Jansen werd rond 13.00 uur ongelukkigerwijs door rondvliegende granaatscherven gedood.
Op 26 oktober, de dag dat Oisterwijk werd bevrijd, sneuvelden, bij de bevrijdingsacties, acht schotten alsmede een onbekend gebleven geallieerd militair. Verder verloren een tiental burgers hun leven, waaronder dus Harrie Jansen. Aan hem werd –evenals aan andere Oisterwijkse pilotenhelpers- het zgn “Eisenhowercertificaat” toegekend; een Amerikaanse oorkonde, die door Eisenhower persoonlijk is ondertekend.
Zijn weduwe raakte, na de oorlog, nogal verbitterd omdat zij in eerste instantie niet in aanmerking kwam voor een of andere uitkering, en dat terwijl zij juist onderduikers, verzetsmensen en geallieerde piloten, geholpen had. Het was, werd gezegd, omdat haar man niet tijdens een verzetsaktiviteit om het leven was gekomen maar door pure pech. Was hij maar thuis gebleven.
Bim van der Klei had opdracht gekregen om een lijst van de oisterwijkse oorlogsslachtoffers samen te stellen. Een aantal verzetsmensen hebben zich toen voor de weduwe Janssen ingezet.