Derde aflevering van de serie Braakballen!

Over de leefwereld van diverse soorten uilen. Gepresenteerd door Anita van Dooren, met kennis van zake en op een leuke manier gebracht. Deze keer gaat het over een kerkuil uit het vogelasiel.

 

De Kerkuil

is ongeveer 35 cm groot en heeft een vleugelspanwijdte van 95 cm. De bovenzijde (rugzijde) heeft een goudbruine tot leigrijze grondkleur en is gespikkeld. De onderzijde varieert van roestbruin tot wit en kan al naargelang de verschillende ondersoorten helemaal wit tot gespikkeld zijn. Hij is zeer goed herkenbaar aan zijn hartvormig wit gezicht (de sluier), met de donkere ogen pal naar voor gericht.

 

Kerkuilen in Nederland

Tot in de jaren 1950 broedde er in Nederland tussen de 1800 en 3500 paar kerkuilen. In de jaren 1960 ging dit hard achteruit. De strenge winter van 1963 bracht ook nog eens grote schade toe. Veranderingen in het agrarisch bedrijf, zoals de vervanging van graanschuren door voedersilo’s werkten ook nadelig, omdat deze schuren een geliefd jachtterrein waren van de kerkuil. Na nog een strenge winter werd een dieptepunt bereikt in 1979 met hoogstens nog 100 broedparen kerkuilen in Nederland.

Het plaatsen en onderhouden van speciale nestkasten voor deze uilensoort (in combinatie met zachte winters) bleek enorm succesvol. Hiervoor bestaat in Nederland een landelijke organisatie met ongeveer 1000 vrijwilligers die in 16 regio’s ruim 10.000 kerkuilnestkasten beheren en controleren.[4] Na 1989 ging het mede dankzij deze activiteiten steeds beter met de kerkuil. In 2007 schatte SOVON het aantal broedparen op 1.150 – 2.000 paar. De vogel blijft nog wel bedreigd door de enorme toename van het autoverkeer en de eenvormigheid van het agrarische cultuurlandschap. Daarom staat de kerkuil nog als kwetsbaar op de Nederlandse rode lijst.

 

Meer informatie over Anita van Dooren

kerkuil braakballen