Boy Ecury, geboren in 1922, werd tijdens WOII verzetsstrijder in Nederland.
Boy was de zevende in een katholiek gezin van dertien kinderen. Hij meldde zich aan voor de St. Augustin Military Academy op Portorico. Maar bij aankomst bleek dat de Ecury’s op die school niet welkom waren, vanwege hun donkere huidskleur. En dus werd de bestemming Nederland, waar hij overigens ook regelmatig op straat voor ‘neger’ werd uitgescholden.
Op 15 mei 1940, daags na het bombardement op Rotterdam, fietste Boy met zijn broer naar de Maasstad. De verschroeide lijken waren er nog te ruiken en zo werd hij geconfronteerd met de harde realiteit van de Tweede wereldoorlog. Dit leidde ertoe dat hij al vanaf het begin van de oorlog actief in het verzet was.
Boy kwam in contact met een verzetsgroep in Oisterwijk. Hij werd in eerste instantie opgevangen door kapelaan Sleegers en gemeente ambtenaar Gerard van der Linden. Zij brachten hem onder in het pension van de familie Leermakers in de Peperstraat. Omdat hij als gekleurde jongen in het dorp te zeer opviel werd hij ondergebracht bij boer Van Biljouw aan de Vennelaan.
Hij werd lid van de verzetsgroep van Bim van der Klei, die nauw samenwerkte met de landelijke Raad van Verzet. De eerste actie van de groep bestond uit een overval op het raadhuis in Haaren. Ze slaagden erin persoonsbewijzen en een apparaat voor het nemen van vingerafdrukken te stelen. Boy heeft bij minstens 2 gelegenheden Duitse vrachtwagens in brand gestoken met fosforbommen. Die bommen werden gemaakt in het Oisterwijkse laboratorium van poetsmiddelenfabrikant Jan Linthorst. En zijn bedrijfsleider Jan Brunnekreef.
Boy raakte betrokken bij de hulp aan neergeschoten geallieerde piloten. Wegens zijn talenkennis was Boy voor dit werk erg geschikt, maar zijn huidskleur werd als een risicofactor ervaren. Meestal werden de piloten met een fiets naar een contactadres nabij de Belgische grens vervoerd. Boy besefte dat hij in Oisterwijk niet langer veilig was. Op 19 juli 1944 vertrok hij naar Rotterdam.
Hij sloot zich aan bij een knokploeg van ongeveer 200 man. Uiteindelijk raakt hij betrokken bij een liquidatie, waarna de hele ploeg op 5 november wordt opgerold en naar de gevangenis overgebracht. Die volgende ochtend wordt Boy, 22 jaar oud, geëxecuteerd, op de Waalsdorpervlakte in Scheveningen.
Op Curaçao is de “Boy Ecuryweg” naar hem vernoemd en in november 1949 werd in Oranjestad te Aruba een standbeeld van hem onthuld. In 2010 besloot het gemeentebestuur van Oisterwijk een straat naar Ecury te vernoemen.
Tekst: uit draaiboek Verzetsstrijders van de Straat, een serie van Oisterwijk in Beeld
Foto’s o.a. Ted Schouten