Dit is het trieste verhaal van de gebroeders Schut, oorspronkelijk afkomstig uit Wehl. In  1931-1932 werd vader Schut door Natuurmonumenten gevraagd als pachter van boerderij Balsvoort. Er stonden vroeger vijf kleine boerderijtjes. Men had daar geen gas, geen water en geen licht. Het was een zwaar leven. Het gezin telde negen kinderen.

Hein Schut en zijn broer Theo hadden in de oorlog contacten met het verzet en er zaten geregeld onderduikers op Balsvoort. Hein ging vaak Amerikaanse parachutisten, verstopt op de Kampina, eten te brengen. 

Het verzet o.l.v. Bim van der Klei had de ligging van deze hoeve als een ideale schuilplaats gezien voor zeven Duitsers die zij krijgsgevangen hadden gemaakt. Die krijgsgevangenen werden permanent bewaakt.

Aangezien de familie meer burgers opnam, was het zinvol de Duitsers naar elders over te brengen. Maar, in plaats van de krijgsgevangenen naar een andere schuilplaats over te brengen, werden zij een eind verderop in de bossen vrijgelaten. Zo werd de bezetter geïnformeerd over de plaats waar zij door het verzet vastgehouden waren geweest.  

Het was 6 oktober 1944, een kleine 3 weken voor de bevrijding van Oisterwijk. In de bossen was Bernard Schut, met behulp van evacués, bezig bomen om te hakken. Plots werden ze geconfronteerd met drie haveloos uitziende Duitsers die zeiden gedeserteerd te zijn en vertelden dat ze een schuilplaats zochten om zich vervolgens aan het verzet over te geven. Hein wilde het groepje begeleiden naar de schuilplaats, maar de “deserteurs” gaven aan dat ze het zelf wel zouden vinden. Het bleken echter provocateurs, want rond drie uur ’s-middags werd de ouderlijke boerderij door Duitse soldaten omsingeld en onder hen bevonden zich ook de zogenaamde deserteurs, maar nu gekleed in het Duitse uniform. 

Bernard, die zijn zoontje Bernard op de arm had, en Hein moesten naar voren treden. Bernard wendde voor dat hij moest plassen en liep weg, maar hij werd gevolgd door Duitse soldaten. Er klonken plots schoten… Op de hoek, ongeveer 100 meter van “Boerderij Balsvoort” in de richting van Oisterwijk, werd Bernard dood geschoten. Zijn lichaam is in een schuttersput gegooid. Pas op 2 november, leverde een zoektocht in de bossen het lugubere resultaat op: het ontzielde lichaam van Bernard Schut werd gevonden, in een kuil, toegedekt met bladeren.

Hein werd per auto naar het hoofdkwartier van de Luftwaffe in Bosch en Ven vervoerd, waar ook Gijs Schellen, die eveneens met de zogenaamde deserteurs een gesprekje over onderduikmogelijkheden had gevoerd, vast zat. Hein en Gijs Schellen werden aan een stevig verhoor onderworpen om daarmee te proberen de verzetshaard op te rollen. 

De volgende dag namen twee bewapende Duitsers Hein Schut en Gijs Schellen mee. Ze duwden de beide mannen met hun geweren vooruit richting het bosgebied. Later bleken de Duitsers bij het Aderven de executie voltrokken te hebben. Een groot vierkant gat en een kruis, in de boom gekerfd zijn nu nog de stille getuigen van dit drama.

De gebroeders Schut kregen een straatnaam in de wijk Pannenschuur, waar in 1998 in opdracht van Theo Schut, zoon van Bernard, ook een monument voor de familie Schut geplaatst werd (Bevrijdingsplein).

Literatuur: uitgeverij Ad van den Oord

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *