Josina Suze Catharina (Jopie) werd in 1905 geboren in Den Haag. Jopie Smulders verhuist in 1932 naar Oisterwijk, waar haar katholieke familie van vaderszijde vandaan kwam. Eind 1933 trouwde Jopie met de kantoorbediende van de Oisterwijkse Lederfabriek Bernard Abraham (Bennie) Klein.

Na haar huwelijk met Klein woonde het paar op Burg. Canterslaan 19 (D250a) en vanaf 1940 op Heusdensebaan 8 (C47a). Omdat Bennie Klein joods was werd hij op de Lederfabriek als leider van de afdeling Europa ontslagen. Het echtpaar Klein-Smulders moest zien rond te komen van kleine bijverdiensten. Ze ontvingen  kostgeld van de inwonende telefoniste van de Lederfabriek, Willy van Breemen betaalde. Maar op enig moment mochten joden geen kostgangers meer in huis hebben. Het plan rijpte om Bennie naar Frankrijk te sturen, op 3 mei 1942 verdween hij uit Oisterwijk. Hoe het precies is verlopen is onbekend. 

Na de oorlog lag er een rapport van het Militair Gezag waarin staat dat Klein werd ingezet als chauffeur voor vervoer van Duitsland naar Frankrijk. Daar ontsnapte hij aan de Duitsers en sloot zich aan bij het Franse verzet. Na de oorlog meldde hij zich als tolk voor de geallieerden. Zijn vader, broer en zus waren in Sobibor en Auschwitz vermoord. In de oorlog zette Jopie Smulders zich samen met de inwonende Willy van Breemen in voor het joodse kantoorpersoneel van de Lederfabriek. Zij kregen contact met de Dutch-Paris-line via Louk Roume. Jopie Smulders vergezelde voormalige joodse medewerkers van de Lederfabriek zoals Alie Brasch en Paula Elzas bij hun vlucht. Bennie en Jopie Klein-Smulders vertrokken op 27 juni 1946 uit Oisterwijk. Het huwelijk hield geen stand. Jopie Smulders overleed op 23 juli 1989 in Den Bosch. In 2010 besloot het gemeentebestuur een straat naar haar te vernoemen in de wijk Pannenschuur.

Literatuur: Ad van den Oord, Vervolgd en vergeten. Duitse en Nederlandse joden in Oisterwijk 1933-1945 (Oisterwijk 1998).

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *