Dit verhaal gaat over Mark van de Snepscheut, één van de vele actieve verzetsstrijders in Oisterwijk. Mark was een echte Oisterwijker en werd in 1922 geboren als oudste zoon in een katholiek gezin van 14 kinderen.
Bij het uitbreken van de oorlog was Mark werkzaam bij Schoenfabriek Puts, maar die fabriek werd stilgelegd in 1941 wegen gebrek aan materiaal.
In juli 1942 trad hij in dienst bij Saboena van Jan Linthorst, een kleine zeepfabriek. In die periode werden er steeds meer mensen aangetrokken, in het bijzonder mensen die moesten onderduiken om “Arbeidseinsatz” te voorkomen of die uit Duitsland illegaal waren teruggekeerd. Vanwege de levering van schoensmeer aan het Duitse leger werden de werknemers vrijgesteld van van gedwongen tewerkstelling. Uiteindelijk bestond het bedrijf uit 50 man personeel, waarvan 35 met een “Ausweis” en 15 onderduikers.
Mark was betrokken bij het regelen van valse papieren en bonkaarten voor de onderduikers, in samenwerking met Gerard van der Linden, een ambtenaar op het stadhuis in Oisterwijk.


Ook bracht hij tientallen malen piloten naar de boerderij van o.a. Jan van Biljouw en op Balsvoort op de Kampina. Ook het mede organiseren van oefeningen voor de groep van der Klei was een onderdeel, alsmede en overval op vakantieoord Morgenrood, waar o.a. dekens werden geroofd voor de onderduikers.
Het was tenslotte de pilotenhulp, begin juni 1944, die leidde tot een catastrofe. De Tilburgse verzetsvrouw Coba Pulskens, 3 piloten, collega Jan Brunnekreef, politieagent Harrie Aerts uit Eindhoven en vele anderen weren opgepakt. Linthorst en Brunnekreef werden op 14 augustus gefusilleerd. Van de Snepscheut dook volledig onder en sloot zich aan bij de groep Van de Klei. Ze plegen een aantal aanslagen, o.a. in de nacht van dolle dinsdag -19 september 1944- pleegde van de Snepscheut, samen met anderen een aanslag op de spoorlijn, waardoor er een Duitse trein ontspoorde.

Vanuit hun schuilplaats vonden nog diverse verzetsacties en vuurgevechten met de Duitsers plaats, waarbij verzetsman Cor Wortel het leven liet. De omstandigheden werden steeds slechter door het verslechterende weer, maar uiteindelijk kon de groep van 10 het onderaarde onderkomen verlaten, tijdens de bevrijding op 26 oktober 1944.


Van de Snepscheut werd, na de bevrijding, als MP (Militaire Politie) toegevoegd aan de Staf Zuid van het Regiment Stoottroepen tot september 1946. Hij trouwde in1947 met Ida van Munster, met wie hij een zoon en vier dochters kreeg.


Ook na de oorlog zou Van de Snepscheut zich idealistisch blijven inzetten voor een sociale en betere samenleving als actief vakbondsman. Hij kreeg het verzetsherdenkingskruis en tal van andere onderscheidingen

Mark van de Snepscheut overleed in 2004. Later werd de Mark vd Snepscheutstraat naar hem genoemd.
Literatuur: uitgeverij Ad van den Oord

Wow nooit verwacht dat mijn achternaam z’n geschiedenis is geworden mij vader Patrick van de snepscheut zijn dit tegen mij leuk om dit tezien