Anton Huijbers werd in 1874 geboren in Nijmegen. Hij bezocht van het kleinseminarie van het bisdom Haarlem en daarna het kleinseminarie in Sint-Michielsgestel. Daarvandaan ging hij naar het Haarense grootseminarie. Tijdens zijn opleiding ontwikkelde Huijbers een grote belangstelling voor de letterkunde.

 

Anton Huybers coll W d Bakker

In 1899 werd Huijbers tot priester gewijd. Hij werd kapelaan in Udenhout en Beuningen en in 1903 werd hij benoemd als kapelaan in Oisterwijk. Hier raakte hij al snel betrokken bij het culturele leven. 

Met de leden van drankbestrijdersvereniging “St. Paulus”, opgericht in 1901, begon hij stukken in te studeren die de nadruk legden op de gevolgen van drankmisbruik. Zo werd hij organisator van toneelspelen.

Met het stuk Lucifer opende hij in 1914 het gebouw van de door hem gestichte Kunstkring.

De opvoering van dit stuk trok meer dan 20.000 bezoekers. In de Kunstkring werden alle culturele activiteiten ondergebracht die onder leiding van Huijbers waren ontplooid. Huijbers werd de eerste voorzitter en moderator van deze “R.K. Vereeniging Kunstkring Oisterwijk Omhoog”. Een van haar doelstellingen was de veredeling en versterking van het katholieke leven. Hij poogde met zijn Kunstkring in de eerste plaats Oisterwijk “te vrijwaren tegen den kanker der neutraliteit”.

In 1915 werd aan het Radven op het landgoed De Hondsberg een openluchtspel opgevoerd. Anton Huijbers wordt hierdoor beschouwd als de grondlegger van het Brabantse openluchttoneel. 

Van alle niet-katholieken stonden de socialisten Huijbers het minst aan. In “het heilig plaatsje Oisterwijk” van Huijbers waren in het begin van deze eeuw vele socialistische sigarenmakers en schoenmakers actief. Vooral tijdens de spoorwegstaking van 1903 liet Huijbers van zich horen. Hij zette met succes werkgevers in Oisterwijk onder druk om socialistische arbeiders te ontslaan.

Huijbers kende geen compromissen en deze houding heeft hem ook in conflict gebracht met de zusters van het klooster Catharinenberg. Kapelaan Huijbers had het initiatief genomen om een monument op te richten voor de bekende priester-dichter Adriaen Poirters, die in de zestiende eeuw in Oisterwijk was geboren. Het beeld zou moeten komen te staan komen op het Oisterwijkse Kerkplein, dat daartoe verbreed en vergroot moest worden. De zusters wilden aanvankelijk grond hiervoor afstaan, maar kwamen hierop terug. Ruzie en een verstoorde relatie waren het gevolg.

Twijfelachtige promotie 

Huijbers’ strijdbare houding, de vele conflicten die daarvan het gevolg waren hebben waarschijnlijk een rol hebben gespeeld bij zijn benoeming tot pastoor in Bergharen in 1920. 

Moegestreden en door ziekte verzwakt vertrok Anton Huijbers na enige jaren naar Gent in België om zich daar door zijn zusters te laten verplegen. Hij overleed in deze plaats op 22 juli 1935. 

In 1955 werd beeld van hem onthuld. De bronzen buste van Huijbers, staat op een sokkel die aan vier zijden voorzien is van reliëf met mensenfiguren en gemaakt door de Tilburgse beeldhouwer A. Louwinger. Het gieten geschiedde door de bronsgieter Binder te Haarlem (die ook o.a. de bronzen deuren van het Paleis op de Dam goot).

De sokkel, uit Enville-steen gehouwen, draagt vier facetten, die in het kort de bijzondere verdiensten van de kapelaan uitbeelden. De buste werd in 1955 onthuld op De Lind door dichter A. Asselbergs (Anton van Duinkerken). De buste werd later verhuisd naar de Kapelaan Huijberslaan.

Tekst uit artikel Theo Cuijpers in Brabants Erfgoed en DKM

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.