Willy van Breemen werd in 1908 geboren in Rotterdam. Zij was telefoniste op de Lederfabriek en heeft daar tal van belangrijke verzetsdaden ondernomen.  

Van Breemen kwam in 1928, zij was toen 20, naar Oisterwijk, toen het kantoorpersoneel van de Almij (de Amsterdamse Lederwaren Maatschappij) van Amsterdam naar Oisterwijk werd overgeplaatst. 

Collega Wim Brugman, die veel onderduikers herbergde, gebruikte in de oorlog de stencilmachine op de leerfabriek voor de productie van illegale krantjes en het was Willy van Breemen die ze vervolgens in haar bureaula opsloeg. Later werden de illegale blaadjes in haar bureau ontdekt. Willy moest bij directeur Frans de Jong komen, maar de zaak liep met een sisser af. Ook kon Van Breemen, als telefoniste de lijnen van de bezetter afluisteren. 

Willy van Breemen verrichtte in de oorlog veel illegaal werk voor de Dutch-Paris line samen met de katholieke Jopie Smulders, die gehuwd was met de jood Bennie Klein. Willy woonde in bij dit echtpaar aan de Heusdensebaan. Door bij hun in te trekken zorgde ze voor wat extra inkomen voor dit Joods-Katholieke echtpaar.  Beide vriendinnen waren, na de invoering van de Jodenster, ervan overtuigd dat het met de joden in Oisterwijk slecht zou aflopen. 

 Via Louk Roume (een oud-medewerkster van de Lederfabriek, die inmiddels in Parijs werkte) kregen Van Breemen en Smulders contact met deze vluchtorganisatie voor joden. Zij heeft verscheidene joodse personeelsleden van Oisterwijkse Lederfabriek geholpen met onderduik of vluchtroutes. Zo  ook Paula Elzas, die zij kende als secretaresse op de leerfabriek. De Duitsers dwongen de joden om ontslag te nemen op de leerfabriek en zo belande Paula bij Schoenfabrikantenfamilie van der Heijden. Totdat ze werd gewaarschuwd dat haar deportatie oproep onderweg was. Zij besloot de hulp van Willy van Breemen in te roepen om te vluchten. Willy bracht Paula per fiets naar Tilburg en hielp haar vluchten naar Frankrijk. 

Willy van Breemen overleed op 29 juni 2007 in Den Bosch. In 2010 besloot het gemeentebestuur een straat naar haar te vernoemen in de wijk Pannenschuur.

Literatuur: Ad van den Oord, Vervolgd en vergeten. Duitse en Nederlandse joden in Oisterwijk 1933-1945 (Oisterwijk 1998).

2 reacties

  1. Wat een verrassing dat ik mijn vader zie op de foto in het midden achterste rij,Piet Beuming hij maakte deel uit van het kantoorpersoneel v.d.lederfabriek. U hij is later overgeplaatst naar Amsterdam.
    Wij woonde in het nog bestaande huis op het Lindepark wat nu Huifkarlaan 1 is geworden.
    Ik kan men goed de bombardementen herinneren,,
    Er werd een grote diepe kuil gegraven waar de hele buurt aan meewerkte,,,, achter in het land van boer Jansen,waar we de bombardementen moesten afwachten tot dat voorbij was,,,,ook veel geschuild in de kelder bij bakkerij Boom van Laarhoven.
    Toen we terug kwamen uit onze schuilpost bij boer Jansen zagen we dat alle ruiten van ons huis gesneuveld waren.
    Het blijf in je herinnering.
    Frans Beuming geb.datum 3-9-1938 te Oisterwijk
    frans.beuming@gmail.com

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.